DOOP

Nadat Johannes de Doper hel en verdoemenis had gepredikt en mensen opriep om vrucht voort te brengen passend bij hun bekering, doopte hij ook Jezus. Toen de Nazoreeër neerzat om te bidden, daalde de Heilige Geest in de vorm van een duif uit de hemel neer. (Vrij naar Lucas 3)

Het volk leeft in verwachting. De profeten uit het Oude Testament hebben het aangekondigd: de Messias zal komen: ‘Jullie God is in aantocht. God de Heer komt met groot vertoon, de macht heeft Hij vast in handen.’

Jezus en Johannes

Maar wie is die Messias? Zelfs toen – in de tijd van Lucas, tientallen jaren nadat Johannes de Doper optrad – waren er grote groepen mensen die de verlosser herkenden in Johannes en niet in Jezus van Nazareth. De opzet van het evangelie werd dan ook heel erg door de polemiek tussen Jezus-aanhangers en Johannes-aanhangers bepaald. Het moet Johannes zelfs in de mond gelegd worden dat het om Jezus gaat en niet om hem. En de Geest komt dan ook niet van Johannes maar komt in de vorm van een duif uit de hemel.

Het is opvallend dat Johannes de Doper wel ten tonele gevoerd wordt. Lucas had hem ook helemaal kunnen verzwijgen. Maar het lijkt erop dat hij ook weer niet om Johannes heen kan. Johannes, met zijn diepe overtuiging dat de mens zondig is, lijkt ontegenzeggelijk aan de basis te staan van de verkondiging van Jezus. Jezus onderwerpt zich aan de doop van Johannes en zijn doop wordt zo een bevestiging van Israëls afvalligheid, maar tegelijk ook van Israëls ommekeer, van de verlossing. Het gaat hier om een metanoia-doop. Van de duisternis naar het licht, van de ballingschap naar de thuiskomst, van de diepste vertwijfeling naar het helderste weten, van de dood naar het leven.

In de loop van de Christelijke geschiedenis is dit metanoia-idee verwaterd. Wat is ervan over als we kinderen al dopen? Voor wie is die doop? Moeten we de ouders in dit geval niet dopen? Tenslotte staan die op het punt een nieuw leven te beginnen. De ouders en de gemeenschap om het kind heen hebben een metanoia-ervaring, maar het kind nog niet. Zou het ritueel van de doop niet veel meer welkom zijn na of in de wanhoop van de puberteit, de midlifecrisis of de overgang? De doop is dan een opening naar een nieuw begin als alles hopeloos lijkt.

Christelijk en Joods

In de Tenach – de Joodse Bijbel die in gewijzigde vorm het Christelijke Oude Testament vormt – staan eerst de boeken van de leer; dan de boeken van de profeten en dan de boeken van de geschriften. En in die geschriften (met onder andere Job, Klaagliederen, Prediker en Ester) speelt God een heel andere rol dan in de profeten. God wordt hier in tegenstelling tot de profeten als machtig ten tonele gevoerd, maar Hij trekt zich terug; de mens in vertwijfeling achterlatend. Dit betekent dat de verkondiging van Jezus vanuit de Joodse geschiedenis veel meer een ommekeer is dan het Oude Testament doet vermoeden.

Jezus komt direct voort uit vertwijfeling, terwijl de boeken van de profeten met hun overtuiging en hun ‘machtige God’, waarmee het Oude Testament afgesloten wordt, een heel andere lading aan zijn leven geven. De doop is in het Nieuwe Testament ten opzichte van het Oude weliswaar een begin, maar het is onafwendbaar. Het wordt met groot vertoon door de profeten aangekondigd. We worden gedoopt en onze zonden worden ons vergeven en dat is van bovenaf opgelegd. De duif komt uit de hemel neer. De vertwijfeling en zonde zijn veilig weggeduwd in het diepe verleden van anderen, in dit geval van de Joden.

Zonde en genade

De afwezigheid van zonde is een steeds grotere rol gaan spelen in de kerk, maar ook in onze westerse cultuur. Want zonde, onmacht en vertwijfeling zijn taboe. Ziekte, dood, falen, daar leren we niet mee omgaan, die worden weggeduwd. We hebben inentingen, medicijnen, therapieën, wetten en straffen om alles in het gareel te houden. Vanaf onze geboorte worden we meteen in het systeem geïnitieerd, of je nu gedoopt wordt of niet. Als je toch faalt, ziek wordt of oud, dan lig je eruit. Er wordt voor je gezorgd, jazeker, maar je eigenheid en zeggenschap verdwijnen.

Dit is een zwart-wit plaatje. Onze maatschappij geeft mensen kansen. Dat is zeker waar. Toch heb ik het idee dat we erbij kunnen winnen als we de doop weer in ere zouden herstellen. De doop als ervaring van de wedergeboorte na een periode van onmacht en vertwijfeling. Niet als een vlucht, maar als een mogelijkheid die ons toekomt op het moment dat onze wereld aan stukken ligt: in de diepte van een depressie, in de wanhoop van de rouw, in de onmacht van een gebroken relatie, in de pijn van het zelfverwijt. Alleen als je de gebroken wereld echt ervaart en verwerkt is een nieuw begin mogelijk. En als je dan vertwijfelt overeind krabbelt en een voorzichtige stap vooruit doet, kan er die ervaring van hoop zijn. De ervaring dat je in je falen toch verder kan. Dat dood en leven één geheel zijn. Dat we ons in duisternis naar het licht keren; in ballingschap een thuis vinden; in de vertwijfeling weten en misschien zelfs in de dood leven. Zodat we met elke dip en bijgaande doop toch weer opnieuw kunnen beginnen.


Ondergaan

in het water

in het leven

Ik snak naar adem

Waar?

De bodem

Want daartegen

kan ik me afzetten

Mijn keel knijpt mijn toekomst af.

Bovenkomen

De lucht

te vol aan mijn gescheurde longen

van toen ik gilde in de nacht

Het licht

te hel aan mijn verblinde ogen

van toen ik tastend verder dacht

Kan ik zonder bodem

verder

dan vergaan?

Mijn mond slurpt de toekomst in


AANVULLINGEN

Van Sanne Rodenburg – 3 januari 2020:

Hoe groot moet een dip zijn om een doop te rechtvaardigen? En kun je een ander de doop gunnen, ook als hij/zij niet in een dip zit? Vragen om in deze context over na te denken.

Antwoord: Het gaat mij hier niet meer om de christelijke doop, maar om een ervaring van bekering of omkering die je nodig hebt als je vastloopt. Waarom zou je als je al goed op weg bent omkeren?

Ik was een aantal jaren terug bij een begrafenis van een zwaar depressieve man van net dertig die zelfmoord had gepleegd. Een goede vriend van hem zei: ‘Hij stond met zijn rug tegen de muur en toen hij zich omdraaide was er geen uitweg meer.’ Ik hoop op een maatschappij die deze mensen meer biedt dan muren. Alleen in zo’n maatschappij kan bekering en volgens mij dus ook een vorm van doop nog een positieve betekenis hebben.

Van Claartje – 3 januari 2020:

Lieve Alice,

Mooi verhaal wat weer tot nadenken stemt.
Is de doop niet de wens van de ouders om hun kind op te nemen in de gemeenschap van christenen en uit te spreken dat ze willen proberen het vanuit dat gedachtegoed op te voeden?
En voor de gemeenschap; die pasgeborene een warm welkom te geven?
Ook al zal een kind dat pas jaren later beseffen.

Over opnieuw dopen; ik kan me voorstellen dat mensen bv. biecht soms als een hernieuwde doop ervaren.

Pubers staan denk ik niet in de rij om gedoopt te worden…
Het idee van een doop op andere scharniermomenten vind ik mooi maar of je dan die doop letterlijk over moet doen?

Van Leon Buise – 7 januari 2020:

Je gedicht over het beleven van een doop heeft mij diep geraakt: Kernachtig en doorleefd geeft het weer wat je meemaakt als je toch nog plotseling kopje onder wordt geduwd. Grote poëzie! Ik ben dankbaar dat je hierin investeert.
Wonderlijk vind ik dat mensen als Johannes dit beleven tot spirituele techniek hebben ontwikkeld. In een computer metafoor: Als een programma door blijft lopen, moet je soms het hele systeem opnieuw opstarten door alle processen en soms zelfs de voeding te stoppen. In het psychiatrie museum in Gent heb ik gezien hoe in de loop van de geschiedenis een heel aantal van dit soort technieken is ontwikkeld…
Hoewel geconditioneerd schuilt er geweld in een doop door twee van die mannen die je toch nog onverwacht onder de oppervlakte van het normale beleven brengen. Als je een spirituele weg gaat, kun je leren om dit zelf geweldloos te doen en tegelijkertijd aanwezig te blijven. Dat is het doel van een goede meditatieve werkvorm. Ik kan erover spreken. Maar als je het niet hebt meegemaakt, weet je niet wat nu precies bedoeld wordt. Dit is niet erg. Het geldt voor heel veel vaardigheden: fietsen, zwemmen, met de mond fluiten enzovoorts.