OPDRACHT

ROEPING

We kunnen de gemeenschap, waar we deel van uitmaken, op verschillende manieren beïnvloeden, bijschaven en aanvullen. We doen dat via een professie (in de ruimste zin van het woord), door op een of andere manier scheppend bezig te zijn. Dat is dan je opdracht, je roeping of in het kader van de sacramenten, je priesterschap. De roeping van Mozes is een Bijbels voorbeeld. Ik heb hier een verhaal van rabbi Marc Gellman uit het verhalenboek voor kinderen Does God Have a Big Toe? vertaald waarin de schrijver een origineel beeld schept van wat een roeping nou eigenlijk is. Hier is een wat ingekorte versie.


MOZES

God was op zoek naar een Jood, die wist wat vrijheid was, want alleen zo iemand kon zijn volk bevrijden. Echt waar, dat was de belangrijkste reden voor God om Mozes uit te kiezen. Mozes was nooit een slaaf geweest en hij had zijn hele leven als een prins in het paleis van de Farao gewoond. Er was alleen één probleem met de uitverkiezing van Mozes. Mozes wist wel dat hij vrij was, maar hij wist niet dat hij Joods was. Niemand in het paleis van de Farao was een Jood en Mozes woonde in dat paleis.

Nadat de dochter van de Farao Mozes uit de Nijl had gehaald had ze een min gezocht die hem kon voeden en verzorgen. Die min bleek de echte moeder van Mozes te zijn. Ze zong slaapliedjes als ‘Ah-ah ah-ah bubbelah, ah-ah ah-ah ketzileh’. Ze vertelde Mozes verhalen over Abraham, Isaac en Jacob en over Sarah, Rebecca, Rachel en Lea en op vrijdagavond stak ze de sabbatkaarsen aan en maakte ze kippensoep. Maar Mozes was toen nog maar een baby en al snel haalden ze zijn moeder bij hem weg.

Toen Mozes volwassen was verliet hij graag ’s avonds het paleis om wat te wandelen. Op een dag kwam hij in de wijk van de Joodse slaven. Toevallig liep hij precies langs een hutje van een Joodse familie waar de sabbatlampen werden aangestoken met het kleine beetje olie dat nog in huis was. Mozes begreep niet echt wat ze aan het doen waren, maar het licht kwam hem bekend voor.

De volgende avond hoorde Mozes een Joodse vrouw haar kinderen vertellen over Abraham, Isaac en Jacob en over Sarah, Rebecca, Rachel en Lea. De verhalen klonken hem bekend in de oren, maar hij was niet zeker waar hij ze van kende. Na de verhalen zong de moeder een slaapliedje voor haar kinderen: ‘Ah-ah ah-ah bubbelah, ah-ah ah-ah ketzileh’. Mozes werd door dit liedje getroffen.

Op de derde avond probeerde Mozes de Joodse buurt te vermijden. Hij liep naar de hooivelden, maar werd afgeleid door een geur. Toen hij die geur volgde, kwam hij bij het huis van een familie waar de moeder kippensoep aan het maken was. Mozes rook eens goed en riep toen: “MIJN GOD, DIT IS KIPPENSOEP! DIT HEEFT MIJN MOEDER VOOR MIJ GEMAAKT TOEN IK KLEIN WAS! DAN MOET IK OOK EEN JOOD ZIJN.”

Toen hij die avond terug kwam in het paleis leek Mozes nog steeds op een Egyptenaar, maar hij voelde zich een Jood. Die avond wist God dat alles goed zou komen. Hij zette de doornstruik in brand en wachtte op Mozes.


MOTIVATIE

In dit verhaal staat Mozes zelf buiten spel. God bepaalt en de vrijheid van Mozes, het feit dat hij niet vast zit in de verwachtingen van zijn gemeenschap, maken hem tot een ideale tabula rasa. Toch is er ook het aspect van de eigen identiteit. Alleen als hij weet dat hij een Jood is, kan hij aan zijn roeping voldoen. In onze moderne manier van denken kom je die tweedeling ook tegen. Mensen hebben een innerlijke drive om iets te doen die gedeeltelijk vanuit hun identiteit of hun genetische aanleg komt (de motivatie), maar die aan de andere kant ook moet aansluiten op de behoeften die er in de gemeenschap bestaan (de roeping).

VER ANDERS

In India word je in je professie (je kaste) geboren. In een traditionele hindoeïstische gemeenschap hebben alle kasten (van brahmaan tot onaanraakbare) hun taak, die hen beperkt, maar die hen ook onmisbaar maakt. Natuurlijk gaat dit tegen ons rechtvaardigheidsgevoel in. Er is amper individuele vrijheid en al zeker geen gelijkwaardigheid. De brahmaan heeft veel meer macht en mogelijkheden dan de onaanraakbare. Als het een man is tenminste, maar als het om de vrouw gaat dan is dat juist andersom. Als een vrouw van een hogere kaste menstrueert dan wordt ze tijdelijk onaanraakbaar en ze wordt verstoten, eenzaam opgesloten in een schuurtje achterin de tuin (dit gebeurt nog altijd en soms met vreselijke gevolgen). Een vrouw van een lagere kaste moet gewoon doorwerken, want de man kan niet in z’n eentje zijn opdracht in de gemeenschap vervullen. Hoe lager de kaste hoe geëmancipeerder de vrouw, in de zin dat ze volwaardig meedoet in een professie.

We veroordelen deze toestanden in India (en de positie van de vrouw daar). Terecht! Maar bij ons vallen de meeste appels ook niet ver van de boom en is het verre van makkelijk om van de ene zuil in de andere te diffunderen. Zelfs nu de zuilen (net als de kasten trouwens) zijn afgeschaft. Er is de druk van de ouders die het moeilijk vinden als het kind een andere identiteit heeft dan zijzelf. Dit is mooi beschreven in het boek Far from the tree.  En verder is er de druk van het onderwijssysteem dat hier in Nederland al vroeg wil selecteren en differentiëren en daardoor geen gelijke kansen biedt.

VERANDEREN

Als je niet past, dan is het erg moeilijk om je roeping te vinden. Ook in Nederland. Alleen als we allemaal gaan inzien dat eigenlijk niemand precies kan passen en als we daarmee leren leven, kunnen we echt samen verder (zie Anders Anders).


En dan beginnen we te bouwen

Onze toren van Babel

De Economie die ons dwingt

te blijven groeien

rijzen in rijkdom

tot …

Wat zeg je?

Ik versta je niet!


AANVULLINGEN

Van Claartje – 13 maart 2020:

Hele mooie blog, Alice! Het zou handig zijn als we allemaal in hetzelfde hokje zouden passen maar geeft niet juist onze rijkdom, dat we verschillend zijn? Hoewel dat natuurlijk lastig is…

Ben daarom nog altijd dankbaar voor de Enneagram-weekenden van Elisabeth en Martin, daarin kwamen al die mensen-typen tot uiting. En vooral: samenwerking.