VOORWOORD

Op 19 april 2019 is Martien Vissers overleden. Een bijzonder mens waar ik veel van heb geleerd. Niet lang voor zijn dood heb ik hem beloofd een boek te schrijven over de ideeën die zich in onze gesprekken gevormd hebben. Een boek was te hoog gegrepen, maar ik heb geprobeerd mijn belofte gestand te doen door deze serie blogposts te schrijven.


Mijn intentie

Lieve Martien,

Dit is jouw boodschap zoals het bij mij grond heeft gevonden en tot bloei is gekomen. Het is niet van jou; het is niet van mij. We hebben elkaar in het beeld van de levensloop gevonden, maar we bekijken dat beeld vanuit een bijna gespiegeld standpunt.

Het begint al met het feit dat jij een man bent en ik een vrouw. Dan versta ik ‘man’ en ‘vrouw’ op de dialectische manier van vroeger. We zijn natuurlijk beiden een tussenvorm. Jij bent als zorgzame vader van twee puberende meiden op het moment ‘vrouwelijker’ dan ik met mijn moederschap dat al gevorderd is tot het stadium dat mijn kinderen het huis verlaten hebben. Daarnaast heb ik als (ex)natuurkundige vaak een wat mannelijker visie dan jij als (ex)priester.

Ook onze achtergrond is totaal anders. Jij groeide voor de oorlog op in een traditioneel Brabantse boerengezin en ik in een gebroken, agnostische, intellectuele gezin uit de hippietijd. Jij begon als missionaris in Centraal-Afrika te twijfelen aan het bestaan van een God die van priesters het celibaat eiste en ik had een oma die met God mijn honger naar ouderlijke liefde voedde en op wiens begrafenis ik mijn eerste communie ontving. We hebben elkaar ontmoet bij de Kapel in Eindhoven waar ik voorganger was en jij ter kerke ging.

Deze teksten zijn geschreven vanuit mijn geloof in een God van het niet-weten: Ik-ben-die-ik-ben die van ons vraagt om het leven open tegemoet te zien. We zijn elk op een unieke manier op weg door ons leven en daarin is ons geloof een leidraad die steeds maar weer onder vuur ligt, omdat we, elke keer dat we het Eigene denken te begrijpen, de Ander uit het oog verliezen.

De inhoud van deze serie is mijn oogst uit onze gesprekken over het helende mysterie van de sacramenten. Ik hoop dat de lezer zichzelf in mijn verhalen terug kan vinden.

Vriendengroet.


Ver

Er was nog een derde persoon bij onze gesprekken, dat was Bernard de Gier … Een goede vriend van Martien in de congregatie van de Heilige Geest uit de tijd dat missie nog geen vies woord was. Martien ging naar Centraal Afrika en Bernard naar Papoea Nieuw-Guinea, waar ze in plaats van de verkondigers van het Woord van de Almachtige God eerder ontwikkelingswerkers waren. Daar zijn ze in contact met de mensen die ze ontmoeten dichter bij het Eeuwige gekomen dan ooit te voren.

Anders

In onze gesprekken was Martien degene die het kader schiep, met zijn idee om in de Catharinakerk in Eindhoven een plek te scheppen waar de rituelen en symbolen rond de zeven Rooms-katholieke sacramenten verbeeld zouden worden op een manier die elke inwoner van Eindhoven, ongeacht geloof of achtergrond, zou aanspreken; een plek voor stilte, innerlijke beleving, en bezinning voor brede lagen van de bevolking.

Veranderen

Bernard was degene die het sacrament breder trok naar de rites de passages zoals die in verschillende culturen gevormd zijn. Rites rond volwassenwording of rites van meer cyclische aard zoals die rond de jaarwisseling. Van hem stamt het idee dat in zo’n rite de passage een overgang te ervaren is van de ene levensfase naar de ander. De mens maakt zich, soms met pijnlijke rituelen, los van de oude gedragsregels terwijl hij zich het nieuwe nog eigen moet maken. Er is een tussenfase waar het contact tussen de mens en het Eeuwige mogelijk wordt.

En weer terug

We brachten al deze hoogverheven ideeën terug op aarde door ze te koppelen aan de biologische fases in het leven van een boom: ontkiemen, groeien, uitwisselen van grondstoffen, bloeien, voortplanten, vervallen en sterven. Fases die natuurlijk in elkaar overgaan in constante groei en verval, waarna de bloem voeding wordt voor ander leven.

In deze serie heb ik het over het leven als een constante verandering, een altijd maar weer groeien en vervallen naar … De richting is ons niet altijd duidelijk, die kan je ook niet altijd aangereikt worden. Je kunt alleen luisteren naar jezelf, naar de ander of allicht de Ander en hopen dat zich vanuit de dialoog een weg openbaart.